In het verre verleden werden in Bergeijk overledenen in grafheuvels begraven. Bekend is de Galgenberg, een paalkrans grafheuvel uit de midden-bronstijd die ongeveer 3500 jaar geleden werd opgeworpen. In de volksverhalen die amateurarcheoloog en schoolmeester Panken optekende, wordt deze grafheuvel het Galgenbergje genoemd. Uit geen enkele historische bron valt te bewijzen dat er ooit een galg op deze grafheuvel heeft gestaan. Mogelijk is de naam Galgenbergje een verbastering van Gagelbergje omdat deze en enkele andere grafheuvels liggen aan de rand van een drooggevallen ven, vroeger het Hongerdel genaamd. Op dit soort plekken groeiden vaak Gagelstruiken.
‘De Galgenberg’ werd in 1951 opgegraven door de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) onder leiding van de archeoloog dr. P.J.R. Modderman. Bij het onderzoek werd in deze grafheuvel geen brons aangetroffen, maar wel een zevental grote urnen met crematieresten van twee jongeren en vijf volwassenen. Drie urnen zijn compleet gerestaureerd en worden samen met de crematieresten geëxposeerd in het Cultuurhuis. Waarom er in de vitrine ook een mysterieus bolletje barnsteen ligt? Bezoek het Cultuurhuis voor het antwoord op deze vraag!
Een leuke aanvulling is de fietsroute van de Dansende katten van Bergeijk waarin grafheuvels een rol spelen.